Doelstellingen
Op het einde van dit onderdeel moet je volgende doelstellingen kunnen behalen:
- Het nut van een stijl toelichten;
- Een consistente opmaak realiseren in een document door gebruik te maken van bestaande stijlen, stijlen aan te passen en aan te maken;
- Een aangepaste stijl of eigen stijl toevoegen aan een (standaard)sjabloon;
- Een ingestelde opmaak wissen;
- Het verschil tussen alineawitruimte en regelafstand kennen en beiden doelgericht toepassen;
- Verschillende mogelijkheden van inspringen van tekst toelichten en toepassen;
- Alinea's functioneel samenhouden of splitsen;
- Opsommingen en nummeringen, ook op meerdere niveaus, wijzigen en toepassen;
- verschillende soorten tabs instellen en gebruiken.